Wet op de vennootschapsbelasting 1969 art. 13a ( tekst 2015)
13a
Waarderen belang op waarde in het economische verkeer 1 De belastingplichtige die al dan niet tezamen met een verbonden lichaam een als belegging gehouden belang heeft van 25% of meer in een lichaam:
  • a. dat niet is onderworpen aan een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing, en
  • b. waarvan de bezittingen, onmiddellijk of middellijk, uitsluitend of nagenoeg uitsluitend, bestaan uit laagbelaste vrije beleggingen, waardeert dat belang op de waarde in het economische verkeer.
Herijking verkrijgingsprijs 2 Met ingang van het tijdstip waarop het eerste lid geen toepassing meer vindt ten aanzien van de belastingplichtige, wordt de verkrijgingsprijs van het belang in het lichaam voor de bepaling van de winst gesteld op de boekwaarde van dit belang op het tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan dat waarop het eerste lid geen toepassing meer vindt.
Uitgezonderde rechten 3 Voor de bepaling van de omvang van het in het eerste lid bedoelde belang blijven buiten beschouwing aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid, lidmaatschapsrechten en aandelen als commanditaire vennoot in de vennootschappelijke gemeenschap van een open commanditaire vennootschap, die bij de ontbinding van het lichaam niet delen in de reserves van het lichaam.